Het station van Harderwijk is oorspronkelijk gebouwd aan de stadsrand, maar door stadsuitbreiding is de locatie in het stedelijk gebied komen te liggen. Het stationsgebied was jarenlang een non-plek. Maar door de komst van de Randstadrail ontstond er een kans om niet alleen een ongelijkvloerse kruising van het spoor aan te leggen, maar ook om het hele stationsgebied aan te pakken.
John Breen (toen werkzaam bij Urhahn) heeft samen met opdrachtgever en Prorail een structuurvisie opgesteld. Hierbij werd de spoor- en verkeerstechniek integraal met programmatische ontwikkelmogelijkheden tot een aantrekkelijke, robuuste en toekomstbestendige ontwikkelonderlegger samengebracht. Een klankbordgroep van gebruikers en omwonenden heeft actief meegedacht over de plannen. Men zag de kwaliteit van de ingrepen en was in staat de eigen belangen af te zetten tegen de stedelijke belangen. Opvallend genoeg werd daarbij gezien dat de eigen achtertuin soms moet sneuvelen voor het stedelijke belang.
De stationsomgeving is enerzijds een herkenbare stadsentree van Harderwijk geworden, anderzijds een poort naar de Veluwe. Het Veluwse landschap is hierbij de leidende kwaliteit voor de inrichting van de openbare ruimte. Ook de infrastructuur werd goed inpasbaar door gebruik te maken van landschappelijke hoogteverschillen. John heeft met de structuurvisie de ontwikkelcondities vastgelegd en een breed spectrum aan ontwikkelkansen verbeeld. De spoortunnel, het station en het stationsplein zijn gerealiseerd conform de structuurvisie.
OPDRACHTGEVER Gemeente Harderwijk
PERIODE structuurvisie 2008-2011, station gerealiseerd 2016
TYPE GEBIED Stedelijk, plangebied 25 ha, (her)ontwikkelgebied ca. 13,5 ha, programma: 120.000m² BVO
TYPE PROJECT Stedenbouwkundig plan, Ontwikkelplan, Participatie